Bij normaal functioneren verlopen gekoppelde bewegingen synchroon en ‘in time’. Een verstoorde biomechanica levert risicofactoren op voor letsels. Het veranderen van de voetfunctie beïnvloedt zowel distale als proximale segmenten. Bovendien wordt het belang van motorische controle steeds groter, waarbij de lumbo-pelvische spieren een belangrijke invloed blijken te hebben op de onderste extremiteit. Revalidatie speelt in op de motorische controle, zooltherapie beïnvloedt de biomechanica. Recente technologische evoluties waaronder CAD-CAM-systemen zijn veelbelovend voor het verder standaardiseren en uitwerken van zooltherapie.