De prevalentie van voedselallergie is 4 à 5 % bij kinderen en tot 1 à 2 % bij volwassenen. De prevalentie en ernst zijn de laatste decennia toegenomen. Dit geldt ook voor allergische ziekten als constitutioneel eczeem, allergisch astma en allergische rinoconjunctivitis. In dit hoofdstuk worden handvatten geboden voor de diagnostiek en behandeling van voedselovergevoeligheid in de spreekkamer, met als vertrekpunt de wijze waarop de patiënt zich presenteert. Herkenning van het verschil tussen IgE-gemedieerde en niet-IgE-gemedieerde of voedselintolerantiesymptomen is essentieel om de anamnese in de juiste richting te kunnen uitdiepen, een goede inschatting van de ernst van de symptomen te kunnen maken en de juiste diagnostiek en behandeling in gang te zetten, met zo nodig verwijzing naar een allergiespecialist.