Verzakkingsgevoel wordt meestal verklaard door een verzakking ofwel prolaps. Daarbij kan het gaan om verschillende defecten in de bekkenbodem: een verzakking van de uterus (descensus uteri), van de vaginavoorwand (cystokèle), van de vagina-achterwand (rectokèle, enterokèle) dan wel van de vaginatop. Incidenteel wordt een gynaecologische maligniteit gevonden. Verzakkingen komen veel voor, vooral bij vrouwen ouder dan 45 jaar die een aantal kinderen hebben gekregen, of een zware bevalling of een kunstverlossing hebben gehad. Klachten zijn bijvoorbeeld problemen met de seksualiteit, dyspareunie en mictie- en defecatieklachten. Bij de anamnese is het belangrijk met de vrouw te praten over haar klachten, de impact ervan op haar dagelijks functioneren, haar psychisch welbevinden en de kwaliteit van leven. Bij het lichamelijk onderzoek, en dan vooral het gynaecologisch onderzoek, kan men een onderscheid maken naar type verzakking, en nagaan of er abnormale zwellingen in het kleine bekken zijn. Het aanvullend onderzoek is van belang om andere pathologie uit te sluiten en voor de keuze van therapie. Internationaal is het POPQ-systeem een objectieve methode om verzakkingen te beschrijven.