Een vrouw (60 jaar) ligt in het ziekenhuis. Ze is geopereerd is aan haar knie. Er is echter een infectie bijgekomen, waardoor ze langer moet blijven en via het infuus antibiotica krijgt. Haar man komt elke dag langs. De man komt op de verpleegkundige nogal terneergeslagen over en doet deprimerende uitspraken, zoals: ‘Ik moet nog zien dat het weer goed komt’ en: ‘Ik denk dat we vanaf nu onze wandeltochtjes wel kunnen vergeten’. En dat terwijl er een goede kans is dat de knie weer goed zal herstellen. Als het bezoekuur voorbij is, is de patiënte vaak minder vrolijk dan daarvoor. Ze heeft geen zin in eten en lijkt wat down. Het lijkt wel alsof haar man haar meezuigt in zijn pessimisme. Wat te doen?