Onder invloed van genetische en omgevingsfactoren wordt het natuurlijke beloop van obesitas gekenmerkt door een steeds verder toenemend gewicht gedurende het leven. Het constant weten te houden van het gewicht of misschien zelfs enige duurzame gewichtsafname, is in biologische zin een grote prestatie, temeer er grote fysiologische tegenkrachten spelen. Dit verklaart dan ook waarom gewichtsvermindering onder gezonde omstandigheden zo moeilijk is. Een rekenvoorbeeld maakt dit eenvoudig duidelijk. Gewichtstoename van 7 tot 8 kilo over een periode van acht jaar bleek te kunnen worden toegeschreven aan een energieoverschot van 65 tot 210 kJ/dag (15 tot 50 kcal per dag). Ter vergelijking, een theelepel suiker (5 g) levert 84 kJ (20 kcal) energie. Terwijl er dus heel kleine hoeveelheden energiesurplus nodig zijn om steeds dikker te worden, heeft het lichaam talrijke fysiologische tegenregulatiemechanismen die gewichtsverlies, een ongunstige situatie voor het behoud van de soort, tegengaan.