Mevrouw Van Ameland bleek bij de eerste controles door de verloskundige zwanger van een tweeling. Daarom verwees de verloskundige haar door naar een gynaecoloog. Na de vijfde maand bleek dat een van de twee baby’s in groei achterbleef. Daarom werd mevrouw Van Ameland opgenomen in het ziekenhuis. Bijna twee maanden later kreeg ze weeën en werd de tweeling geboren, na 34 weken zwangerschap. De oudste, Jinke, mocht al na tien dagen uit de couveuse en drie weken daarna naar huis. De kleinste baby, Tom, bleef zes weken op de couveuseafdeling. In die periode kon mevrouw Van Ameland (met Jinke) terecht in het Ronald McDonaldhuis. Daar kreeg ze ondersteuning bij het geven van borstvoeding en het leren verzorgen van de baby.