Jacob Grimm, de sprookjesschrijver, hield een rede na het overlijden van zijn broer Wilhelm. Daarin spreekt hij de beroemde woorden: “Er ligt een tegenspraak in de wens van veel mensen om oud te worden en hun onwil om oud te zijn.” In de ouderdom worden velen in versterkte mate geconfronteerd met een scharnierbeweging: het verleden geeft veel herinneringen die vragen om een soort van balans, de toekomst is onzeker, gaat gepaard met (ernstige) ongemakken en er is de dood die zich steeds nadrukkelijker aan je opdringt.