De uroloog houdt zich bezig met ziekten en problemen van de urinewegen en de mannelijke geslachtsorganen. Vooral de prostaat vraagt aandacht. Grote operaties waarbij veel wordt weggenomen komen niet meer zo heel vaak voor naar aanleiding van de prostaat. Steenvorming in de urinewegen wordt dankzij de vergruizer anders benaderd dan vroeger. Bijna niemand wordt nog geopereerd. Incontinentie kan in aanmerking komen voor medicatie, fysiotherapie en ook operatie. Erectiele disfunctie (impotentie) is voor veel mannen goed te verhelpen. In de urologie is beeldvormend onderzoek ook zeer belangrijk geworden. Relatief specifiek is urodynamisch onderzoek. De uroloog is dus gericht op nieren, nierbekken, urineleider, blaas, urinebuis, prostaat, zaadballen, bijballen en penis. Een tot twee dagen per week staat hij op de OK (operatiekamer) en verder zal de uroloog patiënten zien en spreken en ook veel diagnostiek zelf bedrijven. In de urologie is de robotchirurgie al relatief sterk doorgedrongen.