In een boek over training van het cardiorespiratoire uithoudingsvermogen mag een hoofdstuk over trainingsleer niet ontbreken. Een definitie van trainingsleer zou kunnen zijn: een toepassingsgericht kennissysteem dat zich baseert op wetenschappelijke inzichten uit diverse disciplines (o.a. fysiologie, anatomie, biochemie, endocrinologie, psychologie en diëtetiek) en op - bij voorkeur zorgvuldig gedocumenteerde - ervaringen uit de trainingspraktijk. In dit hoofdstuk wordt de trainingsleer slechts op hoofdlijnen besproken. Lezers die zich verder in de materie willen verdiepen worden verwezen naar de talrijke publicaties die op dit gebied zijn verschenen, zowel in het Nederlands (o.a. Vrijens et al., 2001; Van der Loo, 2001; Gemser et al., 1998; Verheijen, 1997; Kloosterboer, 1996; Zintl, 1995; Weineck, 1982), Engels (o.a. Bompa, 1999; Viru, 1995) als Duits (o.a. Harre, 1982).