Paramedici trainen in het algemeen vaker patiënten dan topsporters. Maar bij beide groepen is de basiskennis van de inspanningsfysiologie zoals die in dit boek is beschreven toepasbaar. Verder moet uiteraard rekening worden gehouden met de aandoening van de patiënt. Deze verschillen zorgen voor verschillen in invulling van de trainingsprogramma’s (o.a. belastingsvormen, trainingsfrequentie, duur, intensiteit) We gaan in dit hoofdstuk nader in op trainingsaspecten bij patiènten met hartaandoeningen, COPD, diabetes, obesitas, artrose, osteoporose en kanker. Ook trainen na revalidatie van een sportletsel en trainen van ouderen komen aan de orde.