Dit hoofdstuk gaat over de algemene kenmerken van geneesmiddelen die in de praktijk van belang zijn bij het gebruik. We staan stil bij de diverse toedieningsvormen en toedieningswegen van geneesmiddelen en bekijken wat er in het lichaam allemaal met een geneesmiddel gebeurt. Om in naslagwerken gevonden informatie over geneesmiddelen goed te kunnen begrijpen, is deze basiskennis nodig. Ook therapietrouw, misbruik van geneesmiddelen en de werking van geneesmiddelen zonder werkzame stoffen komen in dit hoofdstuk aan bod. Ten slotte wordt er aandacht gegeven aan nieuwe ontwikkelingen als farmacogenetica en chronotherapie.