In de orthodontie is de timing van klasse II-behandelingen een controversieel onderwerp. Vooral in de Verenigde Staten is vroeg behandelen onder een deel van de orthodontisten en tandartsen populair geweest. Gerandomiseerde klinische onderzoeken hebben echter tot de conclusie geleid dat deze vroege tweefasenbehandelingen geen betere resultaten geven dan late éénfasebehandelingen met vaste apparatuur in het permanente gebit. Onlangs schreven Kuipers en Kuijpers-Jagtman een artikel over deze onderzoeken in het NTvT. De indruk die bij de algemeen practicus na het lezen van dat artikel zou kunnen ontstaan is dat iedereen met een klasse II-afwijking pas in het blijvende gebit moet worden behandeld. Dit lijkt in tegenspraak met bijvoorbeeld de artikelenserie van Adriaan Vrijman in dit tijdschrift onder de titel ‘Vroeg is op tijd’.
De bedoeling van onderstaand artikel is meerdere dimensies van de discussie over klasse II-behandelingstiming naar voren te brengen en daar voor de dagelijkse praktijk enkele conclusies aan te verbinden.