Slaap- en stemmingsstoornissen lijken haast onlosmakelijk met elkaar verbonden. Slecht slapen bevordert stemmingsklachten en stemmingsproblemen bevorderen slecht slapen. Veel mensen die lijden aan een depressie, een dysthyme of een bipolaire stoornis hebben gelijktijdig slaapproblemen, variërend van niet kunnen inslapen, moeilijk kunnen doorslapen of te vroeg wakker zijn. Sommige depressies gaan juist gepaard met een grote slaapbehoefte. In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij de aard van de slaapstoornis, de prevalentie in relatie tot depressies en mogelijke verklaringsmodellen. Bij de behandeling van depressies is het verbeteren van het slechte slapen vaak niet de eerste keuze van behandeling. Gezien het grote belang van een goede nachtrust zou dat echter vanaf het begin van een behandeling meer aandacht verdienen. In de diagnostiekfase zouden slaapproblemen en slaapstoornissen een prominente rol moeten innemen. Er wordt verder specifiek ingegaan op het gebruiken van maatregelen ter verbetering van de slaap of ingrijpen in het slaap-waakritme als antidepressieve interventie.