In Nederland komen per jaar ongeveer 1,5 miljoen sportblessures voor. Vijftig procent daarvan wordt medisch dan wel paramedisch behandeld (Schmikli, 2005). Ongeveer 84 procent van deze blessures is plotseling en 16 procent geleidelijk ontstaan. Geleidelijk ontstane blessures, ook wel over belastingsblessures genoemd, worden meestal slecht geregistreerd. Voorzichtige schattingen laten een hoger percentage overbelastingsblessures zien. Uit een landelijk onderzoek onder geregistreerde sportfysiotherapeu ten blijkt dat sportfysiotherapeuten, behalve acute blessures, voor circa 47 procent te maken hebben met overbelastingsblessures (Ooijendijk, 2003). Overbelastingsblessures zijn de gevolgen van herhaalde submaximale belasting in collageenhoudende structuren zoals pezen, inserties, origo’s en fasciae. Op microscopisch en submicroscopisch niveau ontstaan dan structurele beschadigingen die door een ontstekingachtige reactie worden gerepareerd. Deze reactie bepaalt het klinische beeld.