Het komt regelmatig voor dat patiënten niet veranderen, ondanks allerlei min of meer protocollaire en evidence based inspanningen van hun therapeut. Deze kan dan van alles doen om de boel alsnog in beweging te krijgen. De werkrelatie bespreken, aanpakken van disfunctionele over- en tegenoverdracht, het protocol nog eens herhalen of voor een andere insteek kiezen. Als ook dat niet werkt en het enige dat nog verandert, het humeur van de therapeut is, dan is socratisch motiveren het proberen waard. Deze techniek is niet bedoeld om de patiënt te beïnvloeden, maar primair om te voorkomen dat de therapeut aan een dood paard blijft trekken of verstrikt raakt in een oeverloos gevecht
1,
2.