Dit is het achtste interview in een serie over de opleiding tot psychotherapeut. Er wordt in deze serie gesproken met twaalf Nederlanders en Vlamingen, die direct bij de opleidingen psychotherapie betrokken zijn of zijn geweest. Op deze manier wordt een beeld geschetst van de ontwikkeling van de opleiding psychotherapie vanaf de Tweede Wereldoorlog tot nu.
Van Oost (1945) is sinds 1988 hoogleraar klinische psychologie, meer specifiek in gedragstherapie en gezondheidspsychologie aan de Universiteit van Gent.
Na haar eigen opleiding, die zij deels in Utrecht bij Dijkhuis heeft gedaan, koos zij bewust en overtuigd voor de gedragstherapie. Vanaf eind jaren zestig is zij betrokken geweest bij de opleiding gedragstherapie aan de universiteit waar zij tot op heden aan verbonden is. Als hoofdopleider heeft zij mede vorm gegeven aan de interuniversitaire afstemming van de specialistische opleidingen gedragstherapie in Gent, Leuven en Antwerpen.
Zij betoogt dat mensen gedegen in één model opgeleid moeten worden, zij het dat ze ook kennis moeten maken met een ander model. Zij heeft oog voor klachtgericht werken, is er voorstander van dat leertherapie in de groep plaatsvindt, en kijkt genuanceerd aan tegen integratieve ontwikkelingen in het vak. Ook gaat zij in op de opkomst van protocolbehandelingen.
Het gesprek was op 16 februari 1999.