Er wordt onderscheid gemaakt tussen positieve en negatieve symptomen. Bij positieve symptomen moet gedacht worden aan wanen en hallucinaties. Negatieve symptomen daarentegen verwijzen naar de afwezigheid of vervlakking van iets, bijvoorbeeld gebrek aan motivatie en vervlakking van het gevoelsleven. Tekenen van de stoornis moeten ten minste zes maanden aanwezig zijn naast een algemene achteruitgang in het functioneren. Neurocognitieve achteruitgang blijkt een belangrijke manifestatie van de stoornis te zijn. Dit kan zowel met klinische neuropsychologische tests als met experimentele cognitieve taken gemeten worden. Onderzoek heeft aangetoond dat neurocognitie een belangrijke predictor voor schizofrenie is (
Green et al., 2000). Daarnaast blijken neurocognitieve beperkingen relatief stabiel te zijn ondanks symptoomfluctuaties (
Hughes et al., 2003). …