In het boek ‘Uncertainties, mysteries, doubts. Romanticism and the analytic attitude’ onderzoekt psychoanalytisch psychotherapeut en historicus Robert Snell (London Centre for Psychotherapy) de interessante vraag wat de invloed van de romantiek is op het ontstaan van de psychoanalyse. Deze is immers niet uit het niets ontsprongen, maar ontwikkelde zich als een kind van haar tijd, beïnvloed door wat er voorafging. Meer specifiek stelt Snell de vraag of de analytische luisterhouding van vrij zwevende aandacht te herleiden is tot kenmerkende aspecten van de romantiek. Zijn uitgangspunt is goed navolgbaar: tot in de negentiende eeuw werd het West-Europese culturele klimaat gedomineerd door het verlichtingsdenken, waarin wetenschappers zochten naar rationele verklaringen en wetmatigheden (bijvoorbeeld Descartes’ ‘Ik denk, dus ik ben’) en kunstenaars volgens relatief nauw omschreven patronen en symbolen vooral religieuze thema’s of autoriteiten uitbeeldden (bijvoorbeeld Bachs meerstemmige fuga’s).