JGZ Amsterdam wil door invoering van risicotaxatie binnen het contactmoment in de tweede klas van het voortgezet onderwijs extra tijd vrijmaken voor het bieden van advies, ondersteuning en lichte hulpverlening aan risicogroepen. Risicotaxatie vindt plaats op basis van vier bronnen: 1) het dossier, 2) consultaanvraag door de school, de ouders en/of de jongere zelf, 3) afwijkende meet- en weeggegevens en/of 4) zorgwekkende score in de E-MOVO-medewerkersmodule. Vernieuwend hierbij is dat E-MOVO voor het eerst in Nederland, naast als monitorinstrument, ook is gebruikt als bron voor risicotaxatie en als leidraad voor het gesprek door de JGZ-medewerkers met de jeugdige. Een pilot, met daaraan gekoppeld een procesevaluatie, is uitgevoerd. De resultaten van de procesevaluatie laten zien dat invoering van risicotaxatie op vmbo-t (binnen een scholengemeenschap), havo- en vwo-scholen haalbaar is. E-MOVO lijkt bruikbaar en betrouwbaar om risicokinderen te signaleren en om het consult van JGZ vorm te geven. Bovendien resulteert deze nieuwe werkwijze in meer tijd voor risicokinderen. Het verdient wel de aanbeveling het oproeppercentage en het effect van de nieuwe werkwijze na te blijven gaan.