De trainingsprikkel van een oefening wordt bepaald door intensiteit, frequentie, duur en dichtheid. Dezelfde oefening met een andere invulling van de trainingsvariabelen wordt een heel andere trainingsprikkel. Door verandering van de intensiteit, de frequentie, de duur, de dichtheid of een andere combinatie veranderen we de trainingsprikkel. De invulling van de trainingsvariabelen is dus essentieel voor de te bereiken trainingseffecten. Hierin maken we gerichte keuzes. Hoe gaat dat in zijn werk? Welke dosering gebruik je wanneer? In dit hoofdstuk bespreken we het hoe van trainen.