De reflectie op de aard van de relatie arts-patiënt en de daarmee samenhangende verplichtingen is eeuwenlang een aangelegenheid geweest die in hoofdzaak artsen bezighield. In de gedachtegang van de eed van Hippocrates was de relatie arts-patiënt een afgeleide van de verplichtingen van de arts. De patiënt was geen zelfstandige drager van rechten, maar veeleer het object van de professionele verplichtingen die de arts op zich heeft genomen. In de twintigste eeuw is de relatie arts-patiënt sterk veranderd. In Nederland wordt die relatie sinds 1995 geregeld door de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, waarvan niet mag worden afgeweken ten nadele van de patiënt. Afwijkende afspraken in het voordeel van de patiënt zijn dus wel rechtsgeldig.