Een tandarts hoort boem in de wachtkamer en vindt een bewusteloze patiënt die wel ademlijkt te halen. Hij belt 112. Als de broeders binnenkomen krijgt hij het verwijt dat hij nietmet reanimeren is begonnen. Als de tandarts zich verdedigtmet de woorden dat de patiënt nog ademt, is het antwoord: ’Maar nu is hij dood!’ Regelmatig wordenmij vragen gesteld in de zin van: ‘Is de aanschaf van een AED wel of niet zinvol?’, ‘Dient de pols voorafgaand aan de reanimatie te worden gevoeld en hoe langmoet ik doorgaanmet reanimeren?’