In dit artikel wordt de stand van zaken besproken van het onderzoek naar de behandeling van posttraumatische stress–stoornis (PTSS). Aan de orde komen achtereenvolgens psychodynamische therapie, cognitieve therapie, exposure–therapie, cognitieve gedragstherapie en Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR). Ingegaan wordt op de verschillende theoretische modellen, de therapeutische toepassing en het beschikbare effect–evaluatieonderzoek. Zijdelings wordt aandacht besteed aan minder bekende en nog onvoldoende onderzochte behandelvormen voor PTSS. Naar voren komt dat gecontroleerd onderzoek naar de behandeling nog steeds betrekkelijk schaars is. Geconcludeerd wordt dat voor exposure en EMDR de meeste empirische steun bestaat. EMDR heeft wellicht een aantal klinisch relevante voordelen in vergelijking met exposure.