In dit hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op instrumentenleer. De ontwikkeling, benamingen, onderdelen, toepassingen en gebruik van instrumenten en kwaliteitscontrole worden behandeld. Ook het laparoscopische instrumentarium wordt hier besproken. Bij de peroperatieve fase hoort ook de beschrijving van katheters, sondes en drains. Deze worden gebruikt als kunstmatige aan- en afvoer van vocht van of naar het lichaam. Er wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende soorten katheters en drains en de daarbij behorende eigenschappen. Als laatste komen de verschillende soorten hechtmateriaal en hechtnaalden met elk hun eigen eigenschappen en toepassingsgebied aan bod. Ook wordt er een korte inleiding gegeven in de verschillende hechttechnieken van de huid.