In dit hoofdstuk wordt de procedure beschreven die mede op grond van wettelijke bepalingen moet worden gevolgd bij het overlijden van een minderjarige. Het overlijden van ieder kind moet door de behandelend arts telefonisch aan de gemeentelijk lijkschouwer/forensisch arts gemeld worden. Als een natuurlijke dood vaststaat, kan de behandelend arts een overlijdensverklaring afgeven. Bij aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood wordt de politie of de officier van justitie ingeschakeld. Bij onverklaard overlijden kan een nader onderzoek naar de doodsoorzaak worden ingesteld. Dit onderzoek omvat een uitwendige lijkschouw door de forensisch arts, een onderzoek door de kinderarts, laboratoriumonderzoek en eventueel radiologisch onderzoek. Voor een klinische sectie is toestemming van de ouders noodzakelijk.