In de fysiotherapie wordt onder onderzoek verstaan: onderzoek naar het functioneren van de patiënt, in het bijzonder diens bewegend functioneren en de invloed van de klachten op het dagelijks functioneren. Het onderzoek is een logisch vervolg op de anamnese. Het verhaal van de patiënt over zijn gezondheidsprobleem moet verder worden beoordeeld, om te weten of en hoe het door de patiënt en de fysiotherapeut te beïnvloeden is. Aan het eind van de anamnese heeft de fysiotherapeut hypothesen gevormd over het gezondheidsprobleem van de patiënt en diens beleving hiervan. Deze hypothesen worden tijdens het onderzoek getoetst en bijgesteld om te komen tot een besluit over de fysiotherapeutische diagnose en indicatiestelling. Het fysiotherapeutisch onderzoek gebeurt meestal in een vaste volgorde: observatie van normaal bewegen, inspectie/palpatie, bewegingsonderzoek actief en/of passief en specifieke tests en het gebruik van meetinstrumenten.