Spierinvasieve blaaskanker betreft ongeveer 30 % van de blaaskankers en is typisch een ziekte van de oudere patiënt. De ziekte kent een slechte prognose na radicale cystectomie. Chemotherapie in (neo)adjuvante setting wordt gegeven om micrometastasen, welke theoretisch zouden resulteren in recidief en macrometastasen, te steriliseren. Cisplatinebevattende neoadjuvante chemotherapie dient overwogen te worden bij spierinvasieve blaaskanker ≥ cT2 en geeft een winst van ca. 6 % op de tienjaarsoverleving. Cisplatine is echter toxisch en daardoor niet altijd toepasbaar bij deze patiëntengroep met comorbiditeit. Indien er sprake is van een beperkt aantal lymfekliermetastasen is curatie mogelijk met een chemotherapieschema met een hogere dosisintensiteit. De radiologische respons correleert matig met de pathologische respons. Van adjuvante chemotherapie zijn onvoldoende data beschikbaar die een overlevingsvoordeel laten zien en studies worden beperkt door slechte inclusie.
Een nieuwe ontwikkeling bij de behandeling van blaascarcinoom betreft de immunotherapie, met name met pembrolizumab, een anti-PD-1-antilichaam, waarvan fraaie responsen zijn beschreven in een fase 1-studie.