Afwijkende mondgewoonten zijn vaak de oorzaak van een malocclusie en zijn van invloed op de vorm en functie van het gebit en op de gezichtsontwikkeling van een kind. Voorbeelden van deze afwijkende mondgewoonten zijn mondademhaling, verkeerd slikken, een onjuiste tongpositie, duimen en het gebruik van een fopspeen. Als zulke mondgewoonten niet of niet tijdig worden gecorrigeerd, zal de eventueel later uit te voeren orthodontische behandeling vaak complexer zijn. Bovendien bestaat het risico op relaps van het bereikte behandelresultaat als de gewoonte blijft bestaan.