Op gevorderde leeftijd verandert de mobiliteit doordat de bewegingscapaciteit, besturingsvaardigheid en het bewegingsinitiatief afnemen. Ook ouderdomsgerelateerde aandoeningen beperken de mobiliteit. Osteoporose neemt de negende plaatst in van chronische ouderdomsgerelateerde aandoeningen, bij osteoporose is er een toenemend risico op een fractuur. Veel ouderen krijgen ook te maken met orthostatische hypotensie, dit is bloeddrukverandering door houdingsverandering, waarbij duizeligheid kan ontstaan. Hierdoor neemt het valrisico toe. De huidige richtlijnen adviseren een medicamenteuze behandeling voor osteoporose, en bij orthostase is een goede vullingstoestand belangrijk, waarbij er ook leefregels gelden. Verpleegkundigen kunnen ouderen begeleiden bij het kiezen van de best passende leefregels en interventies, niet alleen om complicaties te voorkomen, maar bovenal om mobiel te kunnen blijven en te kunnen blijven genieten van het bewegen.