In vroeger tijden had elk land (of zelfs elke stad) zijn eigen maten voor lengte, oppervlakte, gewicht en tijd. Dat maakte meten en wegen erg lastig. Vanaf 1978 geldt er een internationale afspraak om overal ter wereld dezelfde eenheden te gebruiken. Dit zijn de officiële SI-eenheden (afkorting van het Franse Système International). Maar sommige oude eenheden zijn zo ingeburgerd dat bijna iedereen ze nog gebruikt. Veel mensen drukken de energiewaarde van voedingsmiddelen nog uit in calorieën, terwijl dit officieel in joules moet. Wij gebruiken graden Celsius voor de temperatuur, maar landen als Groot-Brittannië en de Verenigde Staten gebruiken graden Fahrenheit. In diezelfde landen worden afstanden vaak nog uitgedrukt in mijlen, oppervlakte in vierkante voeten en inhouden in gallons (ca. 4,5 I), pints (ongeveer 0,45 I) en fluid ounces. Ook de tijdrekening is niet overal hetzelfde. Het islamitische jaar is korter dan het internationaal erkende jaar van 365,2524 dagen, omdat er wordt gerekend in maan-maanden van 28 dagen.