Begin jaren vijftig verscheen de eerste versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM). Hiermee vond een verschuiving plaats van diagnostiek in de diepte (in het bijzonder gericht op bewust en onbewuste aspecten van de levensloop van de patiënt) naar classificatie aan de oppervlakte (gericht op het in kaart brengen van de observeerbare aspecten van een klacht). De voorstellen voor de DSM-5, die voorjaar 2013 zal verschijnen, rekken de grenzen van veel stoornissen zoals autisme en stemmings- en gedragsstoornissen verder op richting normaliteit. Opstandige pubers, dikke mensen en mannen met een erectiestoornis kunnen rekenen op een eigen etiket. Zodra de DSM-5 op de markt komt, is er praktisch niemand meer die een etiket kan ontlopen.