Marianne is vijftien jaar als ze onzeker wordt over zichzelf. Ze vindt zichzelf lelijk en dom. Ze ontwikkelt een eetstoornis, snijdt zichzelf en krijgt in een later stadium last van angststoornissen en depressies. Ze wordt in verschillende klinieken opgenomen – waaronder een specialistische kliniek voor meisjes met eetstoornissen – en krijgt verschillende medicijnen. Het gaat soms een poosje goed, maar ze krijgt ook een paar keer een terugval. Nu is Marianne moeder van een dochter van zeven jaar. Samen met haar vader blikt ze terug op de periode in haar leven dat ze niet zichzelf was.