De behandelrelatie met Ludmila begon op 5 januari 1993. Hier en daar constateerde ik toen wat tekortkomingen. De conditie van tandvlees en kaakbot was een reden tot zorg. De kronen van Oost-Europese topkwaliteit: doppen met een opbaksel van iets dat in de verte op porselein zou kunnen lijken waren op cervicaal niveau wat erg uitbundig uitgebouwd. Mogelijk om te voorkomen dat tandenstokers gebruikt zouden moeten worden om approximaal achtergebleven voedsel weg te duwen. De röntgenopnamen bevestigden ruimhartig wat al in de mond zichtbaar was. Jammer dat Ludmila nu net al haar laatste spaarcenten in Moskou aan die toptandheelkunde had gespendeerd en daardoor wat krap bij kas zat. Na mijn uitvoerige uitleg over gebitsreiniging, inclusief het met de borstel, de tandenstokers en de ragertjes in haar mond voordoen hoe dat er in de praktijk zou kunnen toegaan, oogde zij behoorlijk verdrietig. Ze vond het niet eerlijk dat ze pas nu, tenslotte al vijfendertig jaar jong, les kreeg in de verzorging van haar eigen mond. Toch had ze wel wat moeite met mijn advies om maar te beginnen met enkele afspraken bij de mondhygiëniste. Dat ging wel erg veel kosten.