We bestudeerden het effect van een training in de toepassing van het protocol Depressieve stoornis op de beoordeling door verzekeringsartsen van de belastbaarheid van cliënten met een depressie. Verzekeringsartsen namen deel aan een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek: de interventiegroep (IG) kreeg de training, de controlegroep (CG) niet. De IG moest voorafgaande aan de training twee videocasussen van beoordelingsgesprekken met cliënten scoren volgens de functionele mogelijkhedenlijst en twee andere na de training. De CG scoorde alle vier videocasussen zonder training. Uitkomstmaten waren: aantal en ernst van de beperkingen, en de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. De training leidde tot een grotere interbeoordelaarsbetrouwbaarheid bij de IG dan bij de CG, zij het niet significant. Ook was er een tendens dat er meer beperkingen werden gesteld door de IG dan door de CG. Of en in welke mate zo’n toename van beperkingen ook zal leiden tot een hogere arbeidsongeschiktheidklasse zal verder onderzoek moeten uitwijzen.