Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Lichamelijk niet, cognitief niet en sociaal-emotioneel niet. Veel leefstijlfactoren zijn van invloed op de gezondheid van kinderen en jongeren, waaronder het voedingspatroon en bij jongeren het experimenteergedrag (drinken, roken, gamen, seks, drugs). Kinderen van migranten scoren gemiddeld slechter voor mondgezondheid dan autochtone kinderen. Tijdens de controle en behandeling van een kind dienen duidelijkheid en veiligheid voorop te staan. De assistent heeft de regie en gebruikt niet-bedreigende taal en bekrachtigt gewenst gedrag door een onmiddellijke beloning (compliment). Praktijkassistenten hebben vooral met ouders en hun ongerustheid te maken. Deze ongerustheid wegen ze mee bij de triage. Sommige assistenten doen zelf soa- en anticonceptieconsulten. In de apotheek vraagt medicatie voor kinderen extra aandacht (dosering, toedieningsvorm). Dokters- en tandartsbezoeken van een kind of een volwassene met een autismespectrumstoornis dienen volgens een vaste procedure te verlopen. Oudere kinderen kunnen meer eigen regie nemen. Bij tieners vraagt mondzorg en gebruik van medicatie extra aandacht doordat zij soms andere prioriteiten stellen en experimenteren met hun eigen verantwoordelijkheid. De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) regelt vanaf welke leeftijd een kind mag meebeslissen dan wel zelfstandig mag beslissen over zijn behandeling.