De decentralisaties brengen met zich mee dat kennisvragen voor onderzoek en professionele ontwikkeling steeds meer op lokaal niveau ontstaan. Op dat lokale niveau moet nieuwe kennis ontwikkeld en ook toegepast worden. Regionale kennisnetwerken in het domein van de publieke gezondheid, zoals Academische Werkplaatsen Publieke Gezondheid (AWPG’en) en regionale kennisnetwerken in het sociaal domein, zoals Wmo-werkplaatsen en Academische Werkplaatsen Transformatie Jeugd (AWTJ’s), spelen hierbij een steeds belangrijkere rol. Daarbij zullen de landelijke kennisinstituten en regionale kennisnetwerken zich ten opzichte van elkaar moeten verhouden.