De vraag ‘Waarom werd u psychotherapeut?’ beantwoordde Albert Ellis met: ‘Omdat ik vroeger zo vreselijk bang was’. Deze voorvader van de cognitieve therapie leed vanaf zijn 5ejaar aan sociale fobie. Hij zocht oplossingen in de filosofie en vond auteurs die schreven dat men gevoelens van angst, depressie of agressie veelal door eigen denkbeelden creëert en overwon zijn angstklachten door zichzelf aan veel sociale exposure te onderwerpen. Hij liet zich hierbij inspireren door wat later in vivo desensitisatie zou gaan heten.