Een 39-jarige man werd comateus op de SEH binnengebracht. Hij was door de ambulanceverpleegkundige geïntubeerd. Zijn EMV-score was E1, M2, Vt en de pupillen waren middelwijd en reageerden niet op licht. Op de in allerijl gemaakte CT-scan van de hersenen was een uitgebreide subarachnoidale bloeding zichtbaar. Hij werd op de IC opgenomen. Daar verslechterde zijn neurologische toestand verder. Hij vertoonde geen strekkrampen meer op pijnprikkels, zijn bloeddruk daalde en ook zijn corneareflexen waren afwezig. Het vermoeden op hersendood rees. Verder neurologisch onderzoek, een apneutest en een elektro-encefalogram (EEG) bevestigden dit. Omdat de man nu een potentiële orgaandonor was, werd nagegaan of hij zich bij leven had laten registreren in het centrale donorregister. Dit bleek niet zo te zijn.