Maatschappelijk werkers werken vanuit allerlei organisaties en gebruiken allerlei theorieën en methoden. Is er in al deze verscheidenheid een gemeenschappelijke identiteit van het werk te vinden? En is zo’n identiteitsbeschrijving nuttig voor de beroepspraktijk? In mijn proefschrift Identiteit in meervoud beschrijf ik hoe maatschappelijk werkers gebruikmaken van een aantal vaste elementen, een ‘handelingspatroon’ en hoe kennis daarvan kan helpen om nieuwe probleemoplossingen te vinden. Het proefschrift omvat een historisch onderzoek naar honderd jaar theorievorming en een praktijkonderzoek naar vier uitvoeringssituaties.