Historische pedagogiek heeft het moeilijk in deze tijd waarin citatie-indexen themakeuze en publicatiebeleid van academici bepalen. Zo bezien is het boek van Ivo van Hilvoorde een tegengeluid. Hij neemt de lezer in zes hoofdstukken mee op een ontdekkingstocht naar vorming en afscherming van de academische pedagogiek tegenover andere disciplines in de periode 1900-1970. Met zijn betoog wil Van Hilvoorde ‘inzicht geven in de dynamiek van de wetenschappelijke pedagogiek, in het bijzonder in processen van afgrenzing en uitsluiting die hebben bijgedragen aan de vorming van een disciplinaire identiteit’ (p. 23).