Mijn voet tikt tegen de IKEA tafel. De deur gaat open. Een van de jongeren komt binnen. ‘Hallo’. ‘Hoi’. De jongere gooit zijn jas op een stoel. ‘Wil je je jas even ophangen?’. Hij zucht. ‘Oké’ en hangt mokkend de jas op de kapstok. ‘Hoe was je dag?’ ‘Goed, alleen die klote leraren zaten zo te zeuren’. ‘Nou nou, klote leraren…’. ‘Stomme leraren dan’. Hij legt uit wat er is gebeurd. Daarna breng ik hem op de hoogte van zijn huishoudelijke taken. ‘Je kamer is één grote puinhoop. Ruim je dat zo even op?’. ‘Ja’. De jongen vertrekt naar zijn kamer om de kamerschoonmaak te doen.