Hypertensie (verhoogde bloeddruk) wordt niet als een op zichzelf staande ziekte beschouwd, maar is een belangrijke factor die bijdraagt aan het krijgen van hart- en vaatziekten. In de meeste gevallen is de oorzaak van hypertensie onbekend (primaire hypertensie). Slechts in 10 % van de gevallen is een oorzaak aan te wijzen (secundaire hypertensie). Momenteel wordt een bloeddruk hoger dan 140 mmHg systolisch en hoger dan 90 mmHg diastolisch als hypertensie aangemerkt. Over het algemeen geeft hypertensie geen specifieke verschijnselen. Alleen in uitzonderlijke gevallen, vaak bij extreme hypertensie, zullen patiënten klachten ervaren. Op langere termijn geeft hypertensie vaatschade in vrijwel alle vaatsystemen van het lichaam. Door hypertensie te behandelen neemt niet alleen de bloeddruk, maar ook het risico op hart- en vaatziekten af. Bij secundaire hypertensie wordt de onderliggende aandoening eerst behandeld. In het geval van primaire hypertensie maakt de behandeling deel uit van het gehele cardiovasculaire risicomanagement, dat wordt gekenmerkt door leefstijladviezen en medicamenteuze therapie. Verder wordt in dit hoofdstuk ingegaan op longembolieën en pulmonale hypertensie.