Hormoonproducerende klieren kunnen te hard of te langzaam werken. Hyper- en hypothyreoïdie komen veel voor. Daarbij is de stofwisseling te snel respectievelijk te langzaam. De schildklier kan ook ontsteken, bijvoorbeeld na een zwangerschap. Teveel bijnierschorshormoon in het lichaam wordt de ziekte of het syndroom van Cushing genoemd. Bij de ziekte van Addison is er een tekort aan bijnierschorshormoon. Bij diabetes mellitus (DM) type 1 bestaat een absoluut tekort aan het alvleesklierhormoon insuline. Bij type 2 is het lichaam onvoldoende gevoelig voor de werking van dat insuline. Bij DM kan glucose onvoldoende vanuit het bloed de cellen bereiken met als gevolg hyperglykemie, met alle gevolgen van dien. Andere stofwisselingsziekten zijn jicht en vetstofwisselingsziekten (zoals erfelijke FH).