In 1990 stelde Maarten Verberk, medisch milieukundige bij het Coronel Instituut van het AMC, in een redactioneel van TSG de vraag of het milieu eigenlijk wel een medisch probleem is.1 Hij concludeerde dat op basis van het RIVM rapport ‘Zorgen voor Morgen’ drastische maatregelen noodzakelijk waren om schadelijke effecten van milieubelastende stoffen op de gezondheid op termijn te voorkómen. Grote maatschappelijke weerstanden waren volgens hem te verwachten, maar zijn tot nu toe uitgebleven. Innovatie van het bedrijfsleven leidde tot toepassing van betere en schonere technieken die er zeker toe hebben bijgedragen dat het milieu in Nederland minder werd belast dan werd verwacht en dat de daarmee samenhangende gezondheidsrisico’s ook minder zijn. Maar de creativiteit binnen de industrie heeft er ook voor gezorgd dat veel moeilijk afbreekbare stoffen met vaak carcinogene en mutagene eigenschappen of met eigenschappen die het endocriene systeem kunnen verstoren wel verder verspreid zijn over de wereld.