In hoofdstuk 1 wordt de theoretische achtergrond van de schematherapie beschreven. Meer specifiek wordt ingegaan op een aantal centrale concepten uit de schematherapie, te weten basisbehoeften, vroegkinderlijke onaangepaste schema’s, modi, en coping. Ook wordt aandacht besteed aan de basishouding van de therapeut: limited reparenting, empathische confrontatie en limit setting. Het schematheoretisch model wordt onderbouwd met een bondige samenvatting van onderzoeksbevindingen en van de effectiviteit van schematherapie.