Doel: Vaststellen of bij fracturen aan de extremiteiten peroperatieve driedimensionale beeldvorming, 3-Dimensional Rotational X-ray (3D-RX), meer inzicht verschaft in de positie van de fractuurfragmenten en het osteosynthesemateriaal dan het peroperatieve gebruik van tweedimensionale (2D) röntgendoorlichting. Met de 3D-RX-scan kunnen tweedimensionale opnamen van de botstructuren worden gemaakt, maar ook een driedimensionale reconstructie die vergelijkbaar is met een CT-scan.
Opzet: Retrospectief cohortonderzoek.
Methode: In een periode van 2,5 jaar werden 85 fractuuroperaties geïncludeerd. Vastgesteld werd bij hoeveel operaties een correctie in de repositie en/of fixatie werd aangebracht naar aanleiding van de peroperatieve 2D-röntgendoorlichting, en/of bij hoeveel operaties correcties werden verricht na (additioneel) gebruik van een 3D-RX-scan, terwijl er geen indicatie was voor deze correcties naar aanleiding van de 2D-röntgendoorlichting.
Resultaten: Bij twintig van de 85 fractuuroperaties (24%) werd een correctie aangebracht na 2D-röntgendoorlichting; een aanvullende 3D-RX-scan gaf bij twee van deze twintig patiënten aanleiding tot het verrichten van extra correcties. Bij de overige 65 fractuuroperaties gaf de 2D-röntgendoorlichting geen aanleiding tot correcties; een additionele 3D-RX-scan leidde bij elf van deze patiënten toch tot correcties in de repositie en/of fixatie. In totaal werden dus bij dertien van de 85 patiënten (15%) aanvullende correcties verricht na een 3D-RX-scan, naar aanleiding van een probleem dat niet was herkend op de eerder gemaakte 2D-röntgendoorlichting.
Conclusie: Peroperatieve 3D-beeldvorming verschaft, ten opzichte van de 2D-röntgendoorlichting, meer informatie bij 15% van de fractuuroperaties aan de extremiteiten. Deze informatie biedt de chirurg de gelegenheid om de repositie en/of fixatie nog tijdens de operatie te verbeteren.