Het leren van complexe vaardigheden is een paradoxale aangelegenheid. Aan de ene kant moet complexe kennis worden verwerkt om uiteindelijk in staat te zijn even complexe problemen op te lossen. Aan de andere kant zijn er duidelijke beperkingen met betrekking tot de verwerkingscapaciteit van het cognitieve systeem, waardoor overbelasting voortdurend op de loer ligt. Beperkingen hebben met name betrekking op het werkgeheugen. Volgens
Baddeley (1992) bestaat het werkgeheugen onder meer uit twee zintuigspecifieke opslagcomponenten ’ een visuele en een auditieve ’ met elk een beperkte opslagcapaciteit. Deze twee passieve componenten (ook wel
slave systems genoemd) worden aangestuurd door een centrale verwerkingseenheid. De centrale verwerkingseenheid selecteert informatie die via de zintuigen in de opslagcomponenten terechtkomt, verwerkt deze en zorgt ervoor dat informatie in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen in de vorm van zogenaamde cognitieve schemata. Hier gaat het uiteindelijk om. Cognitieve schemata stellen iemand in staat problemen te categoriseren en adequate oplosstrategieën toe te passen. De weg naar het verwerven van schemata is doorgaans lang en vergt uiteraard de nodige inspanning van de lerende. Een strategische aanpak bij het aanbieden en trainen van leermateriaal lijkt daarom onontbeerlijk. Zoals we in het volgende zullen zien, is dit vooral het geval bij het aanbieden van complex leermateriaal aan ouderen. …