Een succesvolle revalidatie is niet alleen afhankelijk van de verschillende therapieen, ook wat er in de overige tijd van de dag en nacht met de patiënt gebeurt is van groot belang. Zelfs de houding waarin hij slaapt kan invloed uitoefenen op het eindresultaat. Hoe functioneel de therapie ook is: als de patiënt de rest van de tijd moeizaam in abnormale bewegingspatronen blijft bewegen, zal zijn spasticiteit toenemen en alles wat tijdens de therapie wordt bereikt, zal grotendeels weer verloren gaan en niet in het dagelijks leven kunnen worden toegepast. En als de patiënt vaak langere tijd in uitgesproken abnormale houdingen ligt en zit, zal niet alleen zijn tonus toenemen, maar gaat vrijwel zeker ook de bewegingsuitslag achteruit. Revalidatie moet daarom voor iedere patiënt worden beschouwd als een 24-uursbenadering of -leefwijze.