Inleiding: Bezwaarverzekeringsartsen zijn betrokken bij de heroverweging van een primair medisch oordeel over arbeidsongeschiktheid. De hoeveelheid literatuur inzake onderzoek naar uitkomsten van bezwaarprocedures is beperkt. Kennis van uitkomstmaten kan bijdragen aan kwaliteitsbevordering ten aanzien van de verzekeringsgeneeskundige oordeelsvorming.
Vraagstelling: Welke kenmerken zijn van invloed op de uitkomst van een bezwaarprocedure?
Methode: Het betreft een retrospectief casecontrolonderzoek van 179 dossiers waarbij een beslissing in het kader van de WAO, WIA, WAZ of Wajong is afgegeven in de periode 1-1-2005 tot en met 31-3-2006.
Resultaten: In 32% van alle onderzochte dossiers werd de FML aangepast. In 11% was sprake van aanpassing van de FML op grond van dezelfde feiten. De kans op een gegrond bezwaar is significant afhankelijk van wijziging van de functionele mogelijkhedenlijst (FML) in rubriek 2 (sociaal functioneren), rubriek 6 (werktijden) en leeftijd. De kans op een wijziging van de FML is sterk afhankelijk van nieuwe gegevens verkregen bij onderzoek verricht door de bezwaarverzekeringsarts, in mindere mate van een andere weging van bekende feiten of van ingewonnen informatie van derden.
Beschouwing: De onderzoeksuitkomsten sluiten deels aan bij bekende literatuur. Regionale overeenkomsten en verschillen met betrekking tot de uitkomstmaten van de bezwaarprocedure zijn gelet literatuur en huidig onderzoek aantoonbaar en te verklaren vanuit uiteenlopende populatiekenmerken. Dit pleit voor eventueel breder vervolgonderzoek.
Conclusie: Geslacht of diagnose zijn niet van invloed op de uitkomst van de bezwaarprocedure, kans op een gegrond bezwaar neemt toe naarmate de leeftijd stijgt, terwijl wijzigingen in de FML worden aangebracht op grond van nieuwe feiten op basis van onderzoek verricht door de bezwaarverzekeringsarts. Gegrond verklaring van bezwaar is met name afhankelijk van wijzigingen aangebracht in de FML-rubrieken sociaal functioneren en werktijden.