Vasculaire afwijkingen worden onderverdeeld in de vasculaire malformaties en de vasculaire tumoren. Het infantiel hemangioom (IH) komt het meest voor. Vaak volstaat hier een expectatief beleid (wait and watch), maar dit wordt de laatste tijd minder streng nageleefd: sinds de ontdekking dat β-blokkers een succesvolle interventie geven, is de actieve behandeling bij oppervlakkige IH’s toegenomen. Alarmerende IH’s (dat wil zeggen IH’s die complicaties geven, alsook IH’s die nog geen complicaties geven maar deze wel kunnen ontwikkelen) moeten uiteraard actief behandeld worden. Oppervlakkige IH’s kunnen lokaal behandeld worden met timolol 0,5% oogdruppels of 0,1% gel, propranolol 1% crème en imiquimod 5% crème. Therapieopties voor alarmerende IH’s zijn: systemisch propranolol (eerste keus), intralaesionale of systemische corticosteroïden (tweede keus) en, in problematische gevallen (derde keus), vincristine (i.v.) of chirurgie. Alarmerende vasculaire malformaties kunnen, afhankelijk van hun oorsprong, behandeld worden (hoewel dat zelden geïndiceerd is) met picibanil, interventieradiologie (sclerotherapie) of chirurgie. Gezien de ernst van sommige complicaties, behandelingsopties en gespecialiseerde kennis die nodig is, is het voor de patiënt het beste om de behandeling van alarmerende IH’s en vasculaire malformaties te laten uitvoeren door een multidisciplinair team. In Nederland zijn er vier van zulke teams: WEVAR (Werkgroep Vasculaire Aandoeningen Rotterdam), Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam, HECOVAN (Hemangiomen en Congenitale Vasculaire Aandoeningen Nijmegen), UMC St Radboud te Nijmegen, CAVU (Centrum voor Aangeboren Vaatafwijkingen Utrecht), UMC Utrecht-Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht, en een team in het AMC (Kinderpoli Plastische Chirurgie), Academisch Medisch Centrum-Emma Kinderziekenhuis te Amsterdam.